Goede leerkrachten komen niet aanwaaien!

Wind en kinderen. Het is een aloude combinatie. Mijn oude oma Baan zei het vroeger al. Tijdens het strijken merkte ze het haast achteloos op: “De toppen van de bomen gaan bewegen jongen, morgen drukke kinderen.” De Enkhuizer Almanak zal het ongetwijfeld ook benoemd hebben. Als het stormt buiten zijn de kinderen in de klas onrustig. Andersom kan ook. Als de kinderen in de klas onrustig zijn, dan wordt het onguur.

Gisteren fietste ik door de stad. Ik had moeite om mijn stuur recht te houden. Voorop had ik een krat met spullen. Het waaide. Hard. Heel hard. En het stormde. In mijn hoofd. Ook nog eens. Ik trapte mezelf gedwee door de stad. Mijn stad. Ik sloeg rechtsaf. Links lag de kroeg er maar verlaten bij. Al zo lang is het zo stil in de stad. Al zo lang staat de stad op pauze. Al zo lang. De geluiden die horen bij het leven veranderen langzaam. Het geluid van applaus, van rinkelende glazen, van geklap en gelach. Ze zijn omgeruild voor het geluid van langdurige Netflix series. Van: ‘O-ja,-vergeten mijn-geluid-uit-te-zetten’, Zoom meetings. Van rollende knikkers op SBS6 en van kakelende politici over hoe het allemaal zal gaan als zij genoeg stemmen zouden krijgen.  

Droevig trapte ik verder, de stoep af, het holletje op. Beukend tegen de wind kreeg ik pijn in mijn oren. Ik schuilde even achter een muurtje. En toen zag ik ze: De narcissen. En ik moest denken aan het verhaal van Narcissus:

"Narcissen trekken zich niks aan van de storm of tijd."

‘Narcissus was een knappe jongeman. Een jager. Velen werden verliefd op hem. Maar Narcissus leefde voor de jacht en moest niets van de liefde hebben. Op een dag kwam Narcissus aan bij een vijver in het bos. Het water was kristalhelder. Zelfs de takken van de bomen en de bladeren durfden er niet in de vallen. Zo zuiver was het water. Moe van het jagen besloot Narcissus even te rusten en een slok van het water te nemen. Hij boog voorover, zag zijn kristalheldere spiegelbeeld en werd op slag verliefd. Hij probeerde zijn spiegelbeeld te kussen maar iedere keer als hij dat wilde doen verdween de knappe verschijning om daarna weer te verschijnen. Hij probeerde te praten maar hij kreeg nooit antwoord en Narcissus werd gek. Hij huilde en smeekte en schreeuwde om liefde maar hij kreeg het nooit. Narcissus kwijnde weg. Hij verloor zijn kleur en zijn schoonheid. Hij stierf. De Waternimfen in de vijver rouwden om de knappe Narcissus en wilden zijn dode lichaam verzorgen. Ze konden het echter nergens meer vinden. Het enige wat er van Narcissus was overgebleven was een bloem.

Denkend aan dit verhaal streelt de gele gloed mijn ogen en ik werd er blij van. Narcissen trekken zich niks aan van storm of tijd. Narcissen zijn niet gevoelig voor stembussen of peilingen. Ze laten ons zien hoe mooi de komende lente en de komende zomer gaan worden. En dat alles overwaait. Ook het lerarentekort. Als je maar zorgt dat de leerkrachten weer verliefd worden op zichzelf. Net als Narcissus. Want nu kwijnen ze weg!