Naast me ligt het masker van de clown

Er zit een jongetje te kleuren. Zijn tong steekt een beetje uit zijn mond. Heel geconcentreerd zet hij zijn potlood op het papier. “Wat gaat het worden?”, vraag ik aan hem. “Dat weet ik nog niet”, zegt hij.

Tekening van een masker

Dit is geen blog over het onderwijs. Tenminste niet over wat onderwijs precies is. Namelijk: Lesgeven aan kinderen. Dit is meer een verhaal over de randzaken. De politiek. De verkiezingen staan voor de deur. Normaal gesproken is dat voor politici één keer in de vier jaar hét moment om weer eens over het onderwijs te praten. Wat dat betreft heeft de Coronacrisis toch nog iets opgeleverd. Leerkrachten krijgen langzaam weer een beetje kleur op hun wangen. Waar vroeger de kinderen thuis nog eens een extra ‘pak voor de broek’ konden verwachten bij een kritisch bericht van de juf of de meester leggen veel ouders van nu de problemen vaak terug op het bord van de school. Het aanzien dat de juffen en meesters al tijden langzaam zagen weglopen als douchewater door een putje komt door deze crisis weer wat steviger in het zadel. Ouders beseffen ineens dat het helemaal niet zo makkelijk is om kinderen te leren om hun veters te strikken, de tafel van vier op te zeggen of te leren wat een werkwoordelijk gezegde is. En dat dan dagen, weken, maanden achter elkaar. En dat ze dit werk ook nog eens oprecht heel leuk vinden.

Dat was voor sommige ouders te veel van het goede. Het respect spoot met golven uit de inbox van de email adressen van de leerkrachten. Nederland besefte collectief dat het onderwijs de basis van onze samenleving is. Als het onderwijs de deuren dicht houdt of moet houden komt het land in de problemen. Op de korte en de lange termijn ontstaan er allerlei panieksituaties.

En dus kreeg het onderwijs miljarden van de minister. Miljarden waarvan we nog maar moeten zien hoe die worden uitgegeven. Maar we kregen ze wel. Partijen vallen over elkaar heen om het onderwijs naar voren te duwen als belangrijkste speerpunt. Of het nu gaat over het leenstelsel, het lerarentekort of het wel of niet afschaffen van passend onderwijs. Lijsttrekkers zijn er als de kippen bij om hun woorden kracht bij te zetten. Veel mensen geloven er allemaal niks van. Vooral onderwijsmensen. Zij kennen hun pappenheimers.

"Nu moet het kabinet laten zien dat het 'voor het echie' is."

Veel standpunten zijn voor de meeste mensen net als tweelingen: ze lijken op elkaar. En wat heb je aan standpunten als die als sneeuw voor de zon verdwijnen bij de eerste de beste onderhandelingsronde aan een grote ronde tafel met een microfoon een paar flesjes Spa. Maar er is hoop. De tijd van proefpotjes is voorbij. Nu moet Den Haag laten zien dat het: ‘om het echie’ is. Nu moeten ze leerkrachten die in achterstandswijken werken veel meer salaris gaan betalen. Nu moeten ze zorgen dat de klassen worden verkleind naar maximaal vierentwintig kinderen. Nu moeten ze ervoor zorgen dat alle overbodige papieren rompslomp uit het onderwijs verdwijnt. Alle mensen die als meeprofiterende insecten om de klassen heen zwerven om zogenaamd de leerkrachten te ontlasten moeten een echte lerarenopleiding doen zodat ze gewoon zelf een klas kunnen gaan draaien. Het kabinet moet nu zorgen dat PABO-studenten die na het eerste jaar nog steeds juf of meester willen worden betaald krijgen voor hun stage zodat ze niet meer hoeven te werken om hun geleende geld terug te betalen. Dan houden studenten meer tijd over voor hun studie waardoor je die studie kunt verzwaren en er beter opgeleide leerkrachten van school komen. Den Haag moet zorgen dat er zeer ervaren leerkrachten zijn die jonge leerkrachten en zij- instromers goed begeleiden in hun eerste stappen in het onderwijs en laat het kabinet vooral zorgen voor een vernieuwing van het onderwijssysteem zodat leerlingen op middelbare scholen op hun eigen niveau examen kunnen doen in verschillende vakken. Laat leerlingen hun talenten ontwikkelen door weer vakscholen te organiseren. We hebben behoefte aan goede timmerlieden, elektriciens, loodgieters en schilders. Onze maatschappij wordt meer en meer ingericht op steeds hoger wordende eisen. Het gaat er niet om dat je hoog op de ladder begint, je moet beginnen op de juiste tree. De komende jaren moet het onderwijs draaien om lesgeven, lesgeven en lesgeven.

Op het moment dat ik deze laatste zin typ kijk ik op van mijn laptop. Het kind is weg. Er ligt een tekening. Het is een masker van een clown. Hij huilt. “Dat zal toch geen voorteken zijn?”, denk ik bij mezelf